Hou steekt het immuunsysteem precies in elkaar? Kom achter alle informatie

Uw immuunsysteem is een interactief netwerk van organen, witte bloedcellen en eiwitten die uw lichaam beschermen tegen virussen en bacteriën of welke vreemde stof dan ook.

Elke minuut van elk uur van elke dag worden we voortdurend blootgesteld aan gevaarlijke organismen die we inademen of inslikken, of die aan onze huid of slijmvliezen kleven. Deze ziekteverwekkers zouden ziekte veroorzaken als ons afweersysteem er niet was geweest.

Als ons systeem goed werkt, merken we deze infectieuze agentia niet eens op. Maar wanneer ons immuunsysteem in het gedrang komt, d.w.z. wanneer het onder- of overactief is, ontwikkelen we infecties of andere medische aandoeningen.

Wat doet het immuunsysteem allemaal?

Uw immuunsysteem werkt om (1) ziekteverwekkers zoals bacteriën, virussen, parasieten of schimmels die het lichaam binnendringen te neutraliseren en te verwijderen, (2) schadelijke stoffen uit de omgeving te herkennen en te neutraliseren, en (3) te vechten tegen de lichaamseigen cellen die veranderen als gevolg van een ziekte.

Of deze ziekteverwekkers of andere schadelijke stoffen binnendringen en ziekte veroorzaken, hangt zowel af van hun pathogeniteit (d.w.z. hoe kwaadaardig ze zijn) als van de integriteit van de verdedigingsmechanismen van uw lichaam.

De essentiële functie van dit systeem in de verdediging van uw lichaam wordt het best geïllustreerd wanneer het fout gaat. Onderactiviteit (of immunodeficiëntie) kan resulteren in ernstige infecties en tumoren, en overactiviteit in allergische en auto-immuunziekten.

Als ons immuunsysteem goed werkt om ons te beschermen, merken we daar niets van. Maar als het niet goed werkt, krijgen we ziekten. Om goed te kunnen werken moet het systeem onderscheid kunnen maken tussen twee soorten cellen, organismen en stoffen… “zelf” en “niet-zelf”. Zelf’ verwijst naar cellen enz. in je lichaam… ‘niet-zelf’ verwijst naar vreemde lichamen, cellen enz. van buiten je lichaam die in je lichaam terechtkomen… deze worden antigenen genoemd.

Je immuunsysteem kan normaal gesproken onderscheid maken tussen je eigen cellen en antigenen. Zo zullen de eiwitten op de oppervlakken van je eigen cellen anders zijn dan de eiwitten op de oppervlakken van antigenen zoals virussen, bacteriën en schimmels. Het systeem kan deze verschillende eiwitten detecteren. Zodra het antigenen heeft gedetecteerd, zal het deze aanvallen om ze te vernietigen.

Welke delen zijn er?

Basissysteem

Een basissysteem dat werkt als een algemeen afweersysteem tegen ziekteverwekkers (organismen die ziekte veroorzaken).

Adaptief systeem

Een adaptief systeem dat zich specifieke ziekteverwekkers herinnert waarmee het al in contact is geweest en dat ze zal aanvallen als ze opnieuw opduiken.

Zoals u ziet, past het systeem zich aan en leert het zodat het kan vechten tegen bacteriën of virussen die in de loop van de tijd veranderen. De twee delen van uw immuunsysteem vullen elkaar aan in hun reacties op een ziekteverwekker. Storingen in het immuunsysteem

Kan je immuunsysteem minder gaan werken?

In plaats van normaal te werken tegen antigenen die uw lichaam binnendringen, kan uw systeem overreageren. Dit wordt een overmatige immuunreactie genoemd.

Door beschadiging reageert het systeem te traag tegen binnendringende ziekteverwekkers Dit wordt een immuundeficiëntie genoemd. Het systeem begint ten onrechte de cellen van uw eigen lichaam aan te vallen. Dit wordt een auto-immuun aanval genoemd.

Bijgevolg kan uw immuunsysteem lijden aan verschillende belangrijke aandoeningen. Als voorbeelden:

Allergieën

Een allergie is een reactie van het immuunsysteem op een vreemde stof die niet schadelijk is voor je lichaam. Deze lichaamsvreemde stoffen worden allergenen genoemd. Ze kunnen bepaalde voedingsmiddelen, pollen, of huidschilfers van huisdieren omvatten.

Het is de taak van uw immuunsysteem om u gezond te houden door schadelijke ziekteverwekkers te bestrijden. Het doet dit door alles aan te vallen waarvan het denkt dat het uw lichaam in gevaar kan brengen. Afhankelijk van het allergeen kan deze reactie gepaard gaan met ontstekingen, niezen of een hele reeks andere symptomen.

Het systeem past zich normaal gesproken aan uw omgeving aan. Wanneer uw lichaam bijvoorbeeld iets als pollen tegenkomt, zou het zich moeten realiseren dat het onschadelijk is. Bij mensen die allergisch zijn voor pollen, ziet het immuunsysteem het als een indringer van buitenaf die het lichaam bedreigt en valt het aan, waardoor ontstekingen ontstaan.

Dit kan leiden tot één of meer allergische ziekten, zoals voedselallergieën, astma, hooikoorts of dermatitis.

Immuundeficiëntieziekten

Een verzwakt afweersysteem verhindert je lichaam om infecties en ziekten te bestrijden. Dit type aandoening zorgt ervoor dat je gemakkelijker virussen en bacteriële infecties oploopt.

Immunodeficiëntie aandoeningen zijn ofwel aangeboren of verworven. Een aangeboren, of primaire, aandoening is er een waarmee je geboren bent. Verworven, of secundaire, aandoeningen krijg je op latere leeftijd. Verworven aandoeningen komen vaker voor dan aangeboren aandoeningen.

Alles wat je immuunsysteem verzwakt, kan leiden tot een secundaire immunodeficiëntiestoornis. Voorbeelden zijn:

• Blootstelling aan lichaamsvloeistoffen die besmet zijn met HIV

• Ouder worden

• Diabetes

• Te weinig eiwitten eten

• Te weinig slaap

• Kanker en chemotherapie medicijnen

• En nog veel meer.

Een verzwakking van het systeem kan leiden tot infecties die je leven kunnen bedreigen.